Partneralimentatie: Hoe lang (nog) en hoeveel?

De grondslag waarop de verplichting tot alimentatie berust is al sinds het vroege begin van de vorige eeuw ongewijzigd. De verzorgingsgedachte die aan de basis ligt van een huwelijk wordt na het verbreken van dat huwelijk voortgezet. Sinds 1994 is de verplichting tot alimentatie niet meer levenslang. Het is de vraag hoe lang deze grondslag voor alimentatie en de huidige maximale termijnen voor alimentatie nog standhouden.

 

Initiatiefwetsvoorstel herziening partneralimentatie

Op 19 juni 2015 hebben de Kamerleden Foort van Oosten (VVD), Jeroen Recourt (PvdA) en Magda Berndsen-Jansen (D66) hun initiatiefwetsvoorstel Wet herziening partneralimentatie ingediend bij de Tweede Kamer (wetsvoorstel 34231, nr. 2). Voorgesteld wordt om partneralimentatie eerlijker, simpeler en korter te laten zijn. Dat dient te worden bereikt door het veranderen van de grondslag, het vereenvoudigen van de berekeningsmethode en het verkorten van de duur. In huwelijkse voorwaarden of bij een geregistreerd partnerschapovereenkomst wordt het mogelijk dat partijen afspraken maken die afwijken van de wettelijke minimumregeling. Contractsvrijheid is daarbij het uitgangspunt.

De motivatie voor de initiatiefnemers hiervoor wordt gevonden in de door hen als onmogelijk gekwalificeerde faciliteit om de hoogte van de partneralimentatie aan te passen aan een wijziging van het inkomen zonder tussenkomst van de rechter of een gespecialiseerde advocaat. De berekeningsmethode zou niet inzichtelijk zijn. Daarnaast voorzien de gerechtelijke uitspraken vaak niet in een berekening van de betalingsverplichting en wordt de lange duur niet als passend ervaren.

 

Partneralimentatie moet eerlijker

Wat valt er in te brengen tegen een initiatief om partneralimentatie eerlijker te laten zijn? Weinig toch? Eerlijkheid zou je een belangrijke kernwaarde kunnen noemen in het maatschappelijk verkeer. Als partneralimentatie niet meer eerlijk genoeg is, dan zal je duidelijk moeten maken wat wij nu in onze maatschappij betitelen als eerlijk. Je suggereert verandering. Een andere moraal. Wat we voorheen blijkbaar een eerlijke regeling vonden als het ging om partneralimentatie, dat zou dan nu niet meer passend zijn. Tegelijkertijd dien je ook naar de toekomst te kijken om bij het ontstaan van nieuwe wetgeving enige duurzaamheid ervan te bieden. Een breed maatschappelijk debat zal aan deze eerlijkheidstoets kunnen bijdragen.

 

Partneralimentatie moet simpeler

Dit appelleert aan het gezegde: “Waarom moeilijk doen als het ook gemakkelijk kan”. De vraag is of dit appel hier wel op zijn plaats is. Alimentatie is een verplichting tot levensonderhoud. Een goede begroting van de kosten van levensonderhoud is complex. Er is sprake van een belastingregime met drie belastingboxen. Er gelden heffingskortingen, die jaarlijks veranderen. Toeslagen van de overheid veranderen eveneens jaarlijks. Het inkomen van mensen verandert als gevolg van deze fiscale wijzigingen, maar ook als gevolg van wijzigingen die betrekkingen hebben op hun werkzaamheden. De kosten van hun levensonderhoud wijzigingen als hun persoonlijke omstandigheden wijzigen. Gelukkig leven we in een tijdperk waarin goede software het mogelijk maakt om rekening te houden met de vele variabelen, die de uitkomst van een alimentatieberekening bepalen.

Kan een alimentatieberekening simpeler? Ja, dat kan. Je kunt de gedetailleerdheid van een berekening versimpelen door met forfaitaire bedragen te werken. Die werkwijze geldt nu ook al voor het berekenen van kinderalimentatie. Maar past dat wel bij partneralimentatie? Is de uitkomst van een berekening op basis van forfaitaire bedragen eerlijker? Volgens mij is oog hebben voor nuance nog steeds een belangrijk ingrediënt bij de vraag of er sprake is van eerlijkheid.

 

Partneralimentatie moet korter

De huidige wettelijke termijnen voor partneralimentatie zijn:

De duur van de alimentatie bedraagt:

  • een door de rechter bepaalde termijn, met een maximum van 12 jaar of de duur van het huwelijk;
  • een door de partners overeengekomen duur;
  • als er geen termijn is bepaald of overeengekomen maximaal 12 jaar of de duur van het huwelijk.

De duur van het huwelijk geldt in de situatie dat het huwelijk niet langer heeft geduurd dan 5 jaar en er geen kinderen uit het huwelijk zijn geboren.

 

De voorgestelde wettelijke termijnen op basis van het initiatiefwetsvoorstel zijn:

Geen kinderen jonger dan 12 jaar:

  • 0–3 jaar: geen recht op partneralimentatie.
  • 3-verder: de helft van het huwelijk met een maximum van 5 jaar. 
 

Wel kinderen jonger dan 12 jaar:

  • Partneralimentatie voor de helft van het huwelijk met een maximum van 5 jaar maar in ieder geval totdat het jongste kind 12 jaar is. 
 

Huwelijken langer dan 15 jaar en alimentatiegerechtigde ten hoogste 10 jaar jonger dan AOW-leeftijd:

  • 5 jaar maar in ieder geval minimaal tot de alimentatiegerechtigde de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.

In alle gevallen eindigt de alimentatieplicht indien de alimentatieplichtige de AOW gerechtigde leeftijd bereikt.

 

Als uit het maatschappelijke debat blijkt, dat alimentatie korter moet, dan is de moraal ten aanzien hiervan anders dan in het verleden. Dat legitimeert aanpassing van de wet op dit onderdeel. Bij de keuze voor kortere termijnen dient wel in ogenschouw te worden genomen, dat een neveneffect hiervan vermoedelijk zal zijn dat in veel grotere mate dan thans het geval is een van de ex-echtgenoten (meestal de vrouw) na het einde van de alimentatietermijn aangewezen zal zijn op een bijstandsuitkering. Daardoor zal het verschil in duur en hoogte van de partneralimentatie worden afgewenteld op de maatschappij.

 

Een andere grondslag voor partneralimentatie

De huidige grondslag is gebaseerd op de welstand zoals deze gebruikelijk was tijdens het huwelijk. Voorgesteld wordt als nieuwe grondslag een compensatie te bieden voor de achterstand op de arbeidsmarkt die is ontstaan doordat een van de partners geen of minder tijd aan zijn of haar carrière heeft kunnen besteden. Dit werkt uit in een rekenmodel dat teruggrijpt naar de verdiencapaciteit zoals deze bestond bij het aangaan van het huwelijk.

Is dit eerlijker? Past het om geen oog te hebben voor wat de niet of minst werkende partner aan andere taken heeft gedaan binnen de relatie, waardoor de welstand die aan de orde is zich zo heeft kunnen ontwikkelen?

 

Tot slot

Partneralimentatie is wenselijk in situaties waarin de verdeling van taken en tijd binnen een relatie door de verstreken termijn en als gevolg van veranderingen die voortvloeien uit die relatie, ouderschap daaronder begrepen, de individuele verdiencapaciteit heeft beïnvloed. Zowel in positieve als in negatieve zin. Elkaar na het uiteengaan financieel ondersteunen voor een bepaalde termijn is eerlijk. Grenzen ten aanzien van hoe lang en hoeveel alimentatie betaald moet worden, zijn arbitrair. Dat rechtvaardigt het maatschappelijk debat. Niet omdat wetgeving al lang niet meer gewijzigd is, maar omdat dit een kenmerk is van onze beschaving.

 

Hier kunt u het artikel van Rik Smit zoals dit verscheen in het vakblad Financiële Planning van december 2015 over het initiatiefwetsvoorstel herziening partneralimentatie downloaden. Daarin wordt dit initiatiefwetsvoorstel uitgebreid beschreven.

Deel dit artikel met anderen

Deel dit artikel op Twitter    Deel dit artikel op Twitter    Deel dit artikel op Twitter