Kindgebonden budget en kinderalimentatie

Bij de vaststelling van de door de ouders verschuldigde alimentatie voor hun minderjarige kinderen moet het kindgebonden budget, inclusief ‘alleenstaande ouderkop’, niet in aanmerking worden genomen bij de bepaling van de behoefte van het kind.

 

Het kindgebonden budget moet worden meegeteld in de berekening van de draagkracht van de ouder die het kindgebonden budget ontvangt. Dat betekent dat bij de berekening van kinderalimentatie wel rekening moet worden gehouden met de ontvangst van het kindgebonden budget, maar alleen bij de vaststelling van de inkomsten van de alleenstaande ouder die het kind verzorgt. Dat heeft de Hoge Raad op 9 oktober 2015 beslist in antwoord op een vraag van het gerechtshof Den Haag.

 

Wetgeving Kindregelingen

Op 1 januari 2015 is de Wet Hervorming Kindregelingen in werking getreden. Bij deze wet zijn de regelingen met betrekking tot de bijdrage van de overheid in de kosten van verzorging en opvoeding van kinderen herzien. In dat kader is de ‘alleenstaande ouderkop’ geïntroduceerd als onderdeel van het kindgebonden budget. De alleenstaande ouderkop vervangt de voorheen bestaande alleenstaande oudertoeslag en alleenstaande ouderkorting. Dat zijn (inkomensafhankelijke) toeslagen waarop een alleenstaande ouder aanspraak kan maken wanneer hij of zij één of meer kinderen verzorgt.

 

Expertgroep Alimentatienormen

In verband met een uitlating van de minister bij de totstandkoming van de wet had de landelijke expertgroep van familierechters die richtlijnen opstelt voor de berekening van alimentatie, geadviseerd het kindgebonden budget af te trekken van het bedrag dat nodig is om in de kosten van de kinderen te voorzien (de behoefte van het kind). Dat kon ertoe leiden dat de alimentatieplichtige ouder niets of bijna niets meer hoefde te betalen. In latere berichten had de minister al vermeld dat zijn eerdere uitlating verkeerd was begrepen.

 

Uitspraak  Hoge Raad

De Hoge Raad heeft nu dus beslist dat bij de berekening van kinderalimentatie wel rekening moet worden gehouden met de ontvangst van het kindgebonden budget, maar alleen bij de vaststelling van de inkomsten van de alleenstaande ouder die het kind verzorgt. Dit antwoord schept duidelijkheid in een groot aantal lopende procedures.

 

De uitspraak is te lezen onder dit nummer: ECLI:NL:HR:2015:3011

 

Deel dit artikel met anderen

Deel dit artikel op Twitter    Deel dit artikel op Twitter    Deel dit artikel op Twitter