Alimentatie aanpassen en het recht

Rob en Thea zijn 3 jaar geleden gescheiden. Als gevolg daarvan is Rob aan Thea partneralimentatie verschuldigd. Per september 2009 zijn de omstandigheden aan Rob's zijde zodanig veranderd, dat hij het afgesproken bedrag aan partneralimentatie niet meer (volledig) kan voldoen. In februari 2010 besluit Rob een verzoek tot verlaging van de partneralimentatie in te dienen bij de rechtbank? Wat zal de rechter besluiten?

 

De wet bepaalt dat een door de rechter vastgestelde alimentatie dan wel een door partijen overeengekomen alimentatie kan worden gewijzigd, indien de omstandigheden waarmee bij de eerdere vaststelling van de alimentatie rekening gehouden is, wijzigen. Verliest de alimentatieplichtige buiten zijn schuld om (een deel van) zijn inkomen, dan heeft hij de mogelijkheid om verlaging tot zelfs nihilstelling van de alimentatie te vragen bij de rechter.

 

In de praktijk kan de rechter omtrent de datum waarop de verlaging ingaat, kiezen uit drie data:
1. De datum waarop de gewijzigde omstandigheden zijn ontstaan
2. De datum waarop het verzoek tot alimentatieverlaging is ingediend
3. De datum waarop de rechter uitspraak doet

 

Jurisprudentie

De rechter zal in lijn met de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad voorzichtig gebruik maken van de mogelijkheid om de datum te stellen op een eerder moment dan zijn uitspraak. Als Thea kan aantonen dat zij de alimentatie volledig heeft gebruikt om te kunnen voorzien in haar noodzakelijke kosten van levensonderhoud en dat zij daarvan niets heeft kunnen reserveren of over deze reserves beschikt, dan zal de rechter niet besluiten dat de datum, waarop de wijziging ingaat, ligt voor de datum van de uitspraak. In dit geval laat de rechter de behoeftigheid van Thea prevaleren boven de beperking van de draagkracht van Rob. Voor Rob heeft dit als nadeel dat hij het deel van de alimentatie dat hij niet meer kon opbrengen, verschuldigd blijft aan Thea.

 

Meerwaarde mediation

De ontwikkeling in de jurisprudentie is een waarschuwing voor iedere alimentatieplichtige. Zodra zich een duurzame wijziging van de omstandigheden voordoet, verdient het de voorkeur om zo spoedig mogelijk deze wijziging aanhangig te maken. Een gang naar de rechter betekent dat de duur van de procedure maakt dat het verlagen van de partneralimentatie langer op zich laat wachten.

 

Partijen zoals Rob en Thea hebben er dan ook belang bij om te beoordelen of zij via mediation tot een aanpassing van hun afspraken kunnen komen. Gelet op de aangehaalde jurisprudentie heeft Thea er wellicht belang bij vertragend te handelen. Als zij echter in een situatie zit dat zij de alimentatie nodig heeft voor de noodzakelijke kosten van levensonderhoud, dan zal de uitkomst van de mediation niet anders zijn dan die van de rechtbank. Belangrijk verschil is echter dat partijen dan zelf besloten hebben, dat het doorbetalen van de te hoge partneralimentatie niet redelijk is en het billijk is deze te verlagen.

 

De voordelen van mediation, snelheid en begrip, kunnen in dit geval als een belangrijke meerwaarde worden aangemerkt. De eisen die een dergelijke mediationzaak aan de vakkennis van de mediator stelt zijn hoog. Mediators die niet thuis zijn in het specialisme van het alimentatierekenen doen er verstandig aan dergelijke mediations niet aan te nemen of in co-mediation aan te nemen samen met een alimentatiedeskundige.

 

Datum: Februari 2010

Deel dit artikel met anderen

Deel dit artikel op Twitter    Deel dit artikel op Twitter    Deel dit artikel op Twitter