Drie keer fiscaal voordeel

De staatssecretaris van Financiën werd tweemaal teruggevloten. Zowel door de Hoge Raad als door de Rechtbank van Breda. Tel dit op bij zijn besluit om de Successiewet per 1 januari 2006 aan te passen en u begrijpt dat er drie aantrekkelijke fiscale aanpassingen hebben plaatsgevonden. Misschien iets voor u?

 

Fiscaal voordeel nummer 1

Allereerst een opmerkelijke zaak. Opmerkelijk aangezien de partijen voor de Rechtbank van Breda de belastingdienst zijn versus een ambtenaar van het Ministerie van Financiën. Het lijkt wel een broederlijke twist. Schijn bedriegt! Het is de ambtenaar die in zijn rol van werknemer zijn werkgever bestrijdt.

 

Deze ambtenaar had op 30 september 2004 een PC ter waarde van € 1.376 gekocht. Hij verzocht zijn werkgever een vergoeding te verstrekken. Dat deed de werkgever ook, maar wel onder inhouding van € 640 aan loonheffing. Daar was deze ambtenaar het niet mee eens, want zo redeneerde deze ambtenaar, het persbericht van de staatssecretaris van 27 augustus 2004 waarmee de PC-privé regeling werd afgeschaft, had geen rechtskracht. Ook was hij van mening dat de terugwerkende kracht van de afschaffing van deze regeling in strijd was met het rechtszekerheidsbeginsel. De Rechtbank gaf de werknemer gelijk. Het persbericht dient gezien te worden als een beleidsvoornemen van het kabinet. Er is immers pas sprake van een wet zodra deze in de Staatscourant is geplaatst. Regeren bij persbericht en dan nog wel met terugwerkende kracht mag niet van deze Rechtbank. De staatssecretaris zal wel in cassatie gaan. Hij dreigt immers een belangrijk wapen - de verrassingsaanval - kwijt te raken.

Fiscaal voordeel nummer 2

Een tweede opmerkelijke fiscale uitspraak deed zich voor bij een zaak die tot aan de Hoge Raad diende. Het betrof hier een fiscale aftrek op grond van de studiekosten die een ouder voor zijn rekening nam in de situatie dat het kind niet meer in aanmerking komt voor een basisbeurs. Men spreekt tegenwoordig van een tempobeurs. Globaal eindigt na vier jaar het recht op een basisbeurs, uitzonderingen daargelaten. Doorstuderen kan dan nog wel, maar niet meer met deze faciliteit. Wel is het mogelijk om een rentedragende lening af te sluiten bij de Informatie Beheergroep. Dit is de uitvoerder van alle overheidsregelingen in het kader van studiekosten. De condities van die lening zijn overigens zeer schappelijk in vergelijking met een lening van een willekeurige bank.

 

De ouder voerde aan dat hij zijn dochter in belangrijke mate onderhield. De inspecteur weigerde aftrek, omdat er naar zijn mening nog wel recht bestond op een studiefinanciering in de vorm van een rentedragende lening. Van deze mogelijkheid was echter geen gebruik gemaakt. Partijen verschenen eerst voor het Hof Den Bosch. Het Hof besliste dat uit de wetsgeschiedenis van de Wet op de studiefinanciering bleek dat een kind dat in feite geen studiebeurs genoot, moest worden gerekend tot de kinderen die geen recht hadden op studiefinanciering. Het feit dat de dochter een lening had kunnen sluiten, maar dat niet heeft gedaan, betekende dat de kosten op belastingplichtige drukten en tot aftrek behoorden te leiden. De staatssecretaris was in cassatie gegaan. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof bevestigd.

Fiscaal voordeel nummer 3

De derde fiscale verlichting komt van een maatregel van de staatsecretaris zelf. Per 1 januari 2006 is de Successiewet aangepast. Voor de goede orde vermeld ik dat de Successiewet bepalingen kent ten aanzien van successierecht, schenkingrecht en het recht van overgang. De hier besproken aanpassing betreft de afschaffing van het twee jaren tijdvak voor schenkingen tussen grootouders en kleinkinderen. Slechts één keer per twee jaar mocht men aan een kleinkind schenken tot een bepaald gezamenlijk bedrag. Dit bedrag bedraagt in 2006 € 2.606. Het is nu mogelijk om jaarlijks tot een maximaal bedrag te schenken aan kleinkinderen vrij van schenkingsrecht. De staatssecretaris was van mening dat het budgettaire effect van het jaarlijks toestaan van deze vrijstelling erg klein is en zag dan ook geen problemen in een ruimere vrijstelling. Er is bovendien geen overgangsrecht afgekondigd. Schenkingen die gedaan zijn in 2005 maken derhalve een schenking in 2006 niet onmogelijk.

 

Met dank een de rechterlijke macht en de staatssecretaris zelf is de belasting op onderdelen voorzien van een drietal aantrekkelijke fiscale voordelen. Wilt u weten hoe u optimaal kunt profiteren van de fiscale regels? Laat ons dan uw situatie beoordelen!

 

Datum: December 2006

Deel dit artikel met anderen

Deel dit artikel op Twitter    Deel dit artikel op Twitter    Deel dit artikel op Twitter