Spaarvarkens en kippen met gouden eieren

Vroeger was beleggen nog eenvoudig. Toen waren er geen notes, garantiecertificaten of hoe deze zogenaamde gestructureerde produkten ook mogen heten. Als het aandelenklimaat te heet onder de voeten werd, kocht je een put om je mogelijke verliezen af te dekken. Zo simpel was dat. Tijd voor een lesje eenvoud!

 

Niet om flauw te doen, maar om de eenvoud van het beleggen te onderstrepen zijn dit grofweg de opties, neen geen calls of puts, ik bedoel uw mogelijkheden. Stel u heeft een financiële reserve. Hoe zou u deze kunnen beleggen?

 

Als eerste optie heeft u de mogelijkheid van een spaarrekening. In feite een belegging die u verkiest omdat u geen enkel risico wenst te nemen. Of om geheel bij de actualiteit te blijven, u laat het wel uit uw hoofd om afhankelijk te zijn van de winst van een bank, want die is al via de diverse bonusregelingen verdwenen in de zakken van de bestuurders. Dat gedrag staat overigens in sterk contrast met de toetsingscriteria voor een bankier, want voordat je bankier bent, dien je van onbesproken gedrag te zijn. En bovendien heeft een bank een vergunning om als bank op te mogen treden. Een vergunning om u twee zaken toe te mogen zeggen:

  • De garantie dat u uw inleg terug krijgt
  • En de garantie dat u daarop een rentevergoeding krijgt.

Wat de spaarbank vervolgens doet met uw centen, daar kom ik later in dit artikel nog op terug.

 

De tweede optie die u heeft, ziet eveneens toe op een vergoeding van rente. In dit geval gaat het om een obligatie. In feite een lening. U leent uw geld niet uit aan een bank, maar aan een andere partij die u solide genoeg acht om te kunnen rekenen op een periodieke rentevergoeding en op terugbetaling ook wel aflossing van de lening genoemd. Een obligatie is eigenlijk het omgekeerde van de hypotheek op uw koopwoning. Alleen hebt u nu geen geld geleend, maar uitgeleend.

 

Als u nog meer vertrouwen in de zakenpartner hebt aan wie u uw geld toevertrouwt, dan kunt u er ook voor kiezen om een aandeel in het bedrijf van die zakenpartner te verwerven. In ruil daarvoor deelt u in de winst en hoopt u erop dat over enige tijd de waarde van het bedrijf gestegen is, zodat uw aandeel, zeg maar uw stukje bedrijf, ook meer waard geworden is. Is er geen winst, dan is er ook geen winstdeling, ook wel dividend genoemd als het gaat om een bedrag dat aan geld wordt uitgekeerd. Is er verlies, dan hoeft u, behoudens bijzondere afspraken, geen geld in het bedrijf te storten. Wel gaat dan de waarde van het bedrijf omlaag en is uw stukje bedrijf dus ook minder waard geworden.

 

Zegt u nou zelf, dit is toch nog heel simpel.

 

Maar ja een menukaart met drie smaken is natuurlijk geen menukaart. De consument wenst een ruim keuze. En dat maakt de productmanagers van financiële instellingen creatief. Zo verschenen er twaalf jaar geleden de eerste clickfondsen op de Nederlandse aandelenmarkt. Fondsen die ervoor zorgden dat er een bodem gelegd werd in de behaalde waarde. Vandaag de dag vliegen de aanbiedingen ons om de oren met de meest exotische namen: Click Out Unlimited Olie, Digital Spread Note, Turbo Certificaten, Best Strike Europe II, Click Out Olie, Commodity Note, Nikkei Double Up Certificaat, Commodity Protect Plus Note 6, UBS-ELSA Certificaat of Topfunds Garant Rotator. Weg eenvoud!

 

Het vereist specifieke financiële kennis om deze produkten te doorgronden en tot een beoordeling te komen. Op het web zult u verschillende partijen tegenkomen die zich hier mee bezig houden. Is een hoog cijfer dan een harde garantie voor een goed produkt?

 

Helaas die vlieger gaat niet op. Of eigenlijk moet ik zeggen, gaat niet meer op sinds de kredietcrisis. Want de garanties van deze produkten bestaan uit boterzachte garanties. Boterzacht aangezien professionele partijen verplichtingen (=garanties afgeven) zijn aangegaan, die ze in de praktijk niet waar kunnen maken. Achter de schermen blijken zij hun geld niet goed te hebben afgedekt. Want ook zij hebben weer te maken met het uitzetten van geld bij derden. En ergens in deze reeks van beleggen, herbeleggen, het wederom beleggen van herbelegd geld enzovoorts zit een rotte appel. Een rottingsproces dat kon starten omdat er aan de top behoefte was aan een hoger rendement. Dus bedachten "deze schurken" een constructie om hypotheken te verstrekken aan mensen waarvan zelfs de melkboer weet dat zij niet goed zijn voor hun geld. Vervolgens verpakten zij die slechte hypotheken en maakten daar een apart beleggingspotje van. Dat boden ze te koop aan op de markt, zodat de verkoper hiervoor geld (=gerealiseerd rendement) ontvangt en de koper hoopt dat alle debiteuren (=degenen aan wie een hypotheeklening is verstrekt) hun rente en aflossing kunnen betalen.

 

In Nederland kon je ooit aandelen leasen als je niet de financiële reserve had om ze rechtstreeks te kopen. In Amerika kun je een lening afsluiten als je nu nog niet het inkomen hebt om de lening ooit af te kunnen lossen. Het is zo eenvoudig. Maar je moet wel de parallellen kunnen zien. Of misschien moet ik hier wel zeggen "willen zien", want ik zie ook velen die wegkijken of hun kop in het zand steken.

 

Spaarbanken lenen geld van u en bieden u een zekerheid gebaseerd op een garantieregeling. Achter de schermen hebben banken uw spaarcenten hard nodig om aan volume te komen en uw geld weer uit te lenen om daar weer rendement mee te maken. Wereldwijd wordt er nu flink aan de boom geschut en vallen grote financiële instellingen om. Misschien het moment om bij uw beleggingskeuzes vooral te gaan voor eenvoud.

 

Datum: Oktober 2008 - door Rik Smit

Deel dit artikel met anderen

Deel dit artikel op Twitter    Deel dit artikel op Twitter    Deel dit artikel op Twitter